Boerenkool met Rookworst en Kaantjes

500 gram verse boerenkool
2 dl water
500 gram aardappelen
 
20 gram roomboter
1 (boeren)rookworst
    ( verse HEMA rookworst in NL )
peper
zout
 
voor kaantjes zie hieronder

Stroop de boerenkool van de stronk, was en snijdt het klein.
Schil en pit de aardappelen, was en snijdt de aardappelen in gelijke stukken.

Zet de aardappelen op in een pan met water en zout en kook in ong. 20-25 minuten gaar. Voeg tijdens de laatste 10 minuten de boerenkool toe en leg de rookworst daar boven op.
Roer het geheel regelmatig om om te vermijden, dat de kool en aardappelen aan de bodem vastbakken.

 
Haal de rookworst uit de pan en giet het vocht af; bewaar het kooknat.
Stamp de aardappelen en de boerenkool goed door elkaar.
 
Roer de roomboter en indien nodig, een beetje van het kooknat door de stamppot. Maak de stamppot op smaak met peper en zout.
Warm de stamppot goed door.

Snijd de rookworst in stukken en leg de rookworst er bovenop.
Dien de stamppot onmiddellijk op met de kaantjes en de jus.

Wijn: Cabernet Sauvignon Reserve, Riesling Trocken of gekoelde Guinness

Kaantjes 300 gram reuzel
     ( bij een ambachtelijke slager vraag naar 'caul fat with membrane' of
      gebruik 'unrefined beef dripping'
)
 
1 dl kant-en-klaar vleesbouillon
     ( verkrijgbaar in een potje of pak bij de supermarkt of delicatesse)

 
Smelt de reuzel zachtjes uit in een pan met dikke bodem.
Wanneer het vet uitgebakken is, verwijder de harde stukjes (kaantjes)
uit de pan en houdt  warm.
 
Giet de vleesbouillon bij het vet in de pan, schraap alle aanbaksels los
van de bodem en kook in totdat de gewenste hoeveelheid jus over blijft.
Giet de jus met de uitgebakken kaantjes over de stamppot.